In de afgelopen 20 jaar als ontwerper heb ik iets ontdekt. Ik kwam erachter dat er een naam was voor wat ik deed; design thinking. Het maken van uitprobeersels, prototypes om mensen iets nieuws te laten ervaren. En te kijken of dat nieuwe een verbetering is, gewenst is. Dat pakte zeker niet altijd goed uit maar was wel altijd leerzaam……en leuk. En toen ik op een gegeven moment werd gevraagd om een college ‘ontwerpen’ te geven op de Hogeschool voor de Kunsten liet ik de jonge ontwerpers vooral zien ‘wat’ ik had gemaakt. Toen een van de studenten vragen stelde over het ontwerpproces kwam ik niet verder dan “gewoon dingen doen” gevolgd door een lange stilte waarin ik op zoek ging naar een betere uitleg. “Nee dingen ongewoon doen.” Een zaal vol hoog opgetrokken of juist diep fronsende wenkbrauwen als gevolg. “Want als je doet wat je altijd doet krijg je wat je altijd krijgt.” De quote van Einstein redde mijn premature carrière als docent en twee dagen later kreeg ik een telefoontje of ik les wilde komen geven op HKU. Het docentschap in combinatie met mijn ontwerppraktijk resulteerde in een blog waar ik een jaar lang elke dag mijn bevindingen deelde en vormde de basis voor het vak Design Thinking op HKU. Vele colleges, workshops en trainingen in binnen-en buitenland volgden maar mijn echte ontdekking deed ik tijdens het schrijven van Het kleine grote design thinking doeboek. Ik stelde mezelf de vraag of ik een naam kon bedenken voor de rollen die je in het design thinking proces speelt èn of ik daar een tekening bij kon maken. Nu moet je weten dat ik totaal niet kan tekenen. Dus het moest eenvoudig. En dat lukte. Maar wat veel verrassender was, was dat ik me veel beter kon verplaatsen in een van die rollen. Een uniek boek over design thinking was geboren.
Design thinking is een aanpak voor het oplossen van complexe (maatschappelijke) problemen en het ontwikkelen van creatieve oplossingen. Denk daarbij aan het onderwijs, de zorg, het milieu, vluchtelingen, mobiliteit, laaggeletterdheid, eenzaamheid, armoede, et cetera. Ze noemen design thinking ook wel human centered design: mensgericht ontwerpen. Door mensen, voor mensen en met mensen. Mensen kunnen hardop dromen. Wij kunnen ons een wereld voorstellen zoals die zou kunnen zijn. Ik geloof dat er veel meer verrassende en waardevolle oplossingen kunnen ontstaan als we gebruikmaken van ons inlevingsvermogen, onze verbeeldingskracht en ons lef om nieuwe dingen uit te proberen.
In Het kleine grote design thinking doeboek licht ik de 9 rollen toe die je in het ontwerpproces speelt:
- De Dromer. Formuleert de gewenste situatie.
- De Wakkerschudder. Laat je de urgentie voelen.
- De In Kaart Brenger. Brengt de huidige situatie in kaart. Hoe is het NU?
- De Bewijsverzamelaar. Verzamelt bewijs wat werkt en waar behoefte aan is.
- De Vragenmaker. Formuleert ontwerpvragen op basis van het verzamelde bewijs.
- De Ideeënbedenker. Bedenkt veel originele ideeën
- De Ideeënwaardeerder. Waardeert ideeën op basis van relevante criteria.
- De Uitprobeerder. Brengt ideeën tot leven in de vorm van prototypes, rollenspellen of simulaties.
- De Verbeteraar. Gebruikt de feedback van gebruikers om de uitprobeersels te verbeteren.
In het boek staan inspirerende voorbeelden en leg ik uit hoe je samen aan de slag kunt gaan met de rollen. Het is een handreiking om nieuwe dingen uit te proberen. Wat je uitdaging ook is, met Het kleine grote design thinking doeboek kom je erachter waar mensen echt behoefte aan hebben. Je ontdekt hoe je waardevolle impact kunt maken, gebruikmakend van je aangeboren creativiteit. Iedereen is een design thinker.